INTEGO staat voor "Integrated Computer Network".
In 1990 is het project gestart in het Academisch Centrum Huisartsengeneeskunde (www.achg.be) van de KU Leuven. De bedoeling was om een grote database met eerstelijnszorgmorbiditeit op te bouwen met informatie over de incidentie en prevalentie van ziekten in Vlaanderen. Ook data over diagnostische tests en behandelingen in de huisartsenpraktijk kwamen zo ter beschikking. Het verzamelen van gegevens moest semiautomatisch uitgevoerd worden waarbij de routine-gegevens van het elektronisch medisch dossier (EMD) van de huisarts gekopieerd werden om ze daarna in een database in te voeren. Voor dit doel werd een samenwerking opgezet met het softwarebedrijf Datasoft (later het bedrijf OmegaSoft Medical uit de groep Omega Pharma Company en vervolgens gescheiden van deze groep onder de naam Corilus als onderdeel van Arseus), producent van medische software Medidoc®.
De eerste onderzoekers van dit project, Jan Heyrman en Bert Aertgeerts, ondervonden tal van problemen omdat de hardware op dat ogenblik niet krachtig genoeg was om grote hoeveelheden informatie te verwerken. Voor elke onderzoeksvraag moest nieuwe software geschreven worden wat voor de nodige vertraging zorgde. Na de eerste evaluatiestudie, gefinancierd door het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, werd het project herstart vanaf 1994 met de eerste datacollecties. Het INTEGO-netwerk van de KU Leuven was het eerste geautomatiseerde huisartsenregistratienetwerk in België. De verwerking van de gegevens bleek de relevantie van het systeem te bevestigen.
Een nieuwe verzameling van gegevens in de praktijken vond plaats in mei 1999 en de resultaten van deze datacollectie werden gepubliceerd in het voorjaar van 2001. Een paar maanden later besliste het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, namens de minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid, financiële steun te geven aan het project. Een herstart werd mogelijk. Gedurende de jaren 2001-2003 werd vooral gewerkt aan de structuur en het ontwerp van de database. Vanaf 2004 kan de informatie in de database volledig worden benut.
De jarenlange ervaring in het werken met Intego heeft ons toegelaten in 2014 een artikel te publiceren dat het design, de mogelijkheden en de beperkingen beschrijft van onderzoek dat gebaseerd is op biomedische gegevens die routinematig verzameld werden in huisartsenpraktijken. (https://doi.org/10.1186/1472-6947-14-48)
Huisartsen ICT heeft de laatste jaren belangrijke veranderingen ondergaan in Vlaanderen. Medidoc® dat kampte met een verouderde technologische infrastructuur werd niet langer ondersteund door Corilus en werd progressief vervangen door CareConnect®. Sinds 2018 worden de gegevens volledig automatisch opgehaald uit CareConnect. De datacollectie gebeurt bovendien wekelijks in plaats van jaarlijks, waardoor INTEGO verder kan evolueren als monitoringsinstrument. Bovendien staat het netwerk sinds 2018 open voor alle praktijken die aan kwaliteitsvol registreren in het EMD en kwaliteit van zorg willen werken. In de toekomst hopen we ook andere huisartsen EMD-systemen te ontsluiten naar INTEGO.
Sinds 2017 heeft INTEGO van de Vlaamse overheid de opdracht gekregen om de impact van milieuverontreiniging (fijn stof, roet, …) op de gezondheid van de mensen in kaart te brengen. Dit milieuproject vraagt zowel een ‘verbreding’ als een ‘verdieping’ van het Intego Netwerk. Met ‘verbreding’ bedoelen we dat we meer registratoren zullen nodig hebben om de gegevens geografisch te verfijnen. Met ‘verdieping’ bedoelen we dat we meer gegevens nodig zullen hebben dan diegene die tot nog toe opgehaald werden. Intego staat dus voor een uitdagende toekomst, waarbij het kan bogen op de ervaring die we sinds 30 jaar opgedaan hebben in het verzamelen, verwerken en evalueren van data uit de huisartsgeneeskunde.
Vandaag, anno 2024 wordt INTEGO nog steeds gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap en omvat een netwerk van ongeveer 500 huisartsen werkzaam in meer dan 130 huisartsenpraktijken verspreid over heel Vlaanderen. De data staan ter beschikking van onderzoekers, beleidsmakers, masterstudenten en eenieder die denkt de data nuttig te kunnen gebruiken.